afb. Onbekend
Studeerde te Groningen; werd in 1769 predikant in Scharwoude, in 1773 in Giessen-Oudekerk, later in Oud-Beyerland en Woerden, tenslotte van 1787-1816 predikant in 's-Hertogenbosch; was buitengewoon hoogleraar aan de Illustre School in de wiskunde en later ook in de Oosterse talen; won in 1791 en in 1801 de gouden medaille voor zijn inzending op de prijsvraag van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen; in 1790 de zilveren medaille bij een prijsvraag van het Haagsch Genootschap voor zijn „Verdediging van de Christelijke Godsdienst”. | 211 |
Werd 12 september 1764 te Groningen als student ingeschreven. Als „S.S. Min. Cand.” schreef hij 26 maart 1769 in het Album Amicorum van J. Roldanus (1750-1822, later predikant te Streefkerk, Charlois, Nijmegen en Leiden, NNBW X 829) onder de Hebreeuwse tekst van Prov. XXVII, 6 de volgende woorden: „Haec egregia atque numquam satis laudanda verba ut amicitiae suae aeternae nec tempore delendae erigeret monumentum atque symbolum, egregio juveni sibi omni honore colendo dicare et propenere voluit,” (BPL 1266 f 104).
Na 13 juni 1769 voor de classis van Groningen het proponentsexamen te hebben afgelegd, kwam hij 27 augustus 1769als predikant naar Scharworde (Gem. Avenhorn, N.H.), juli 1773 naar Giessen-Oudekerk (Z.H.), 27 april 1777 naar Oud-Beyerland (Z.H.), 25 januari 1784 naar Woerden en tenslotte 10 juni 1787 naar Den Bosch. Toen hij in 1793 een beroep naar Haarlem afwees, gaf de stedelijke regering hem een blijk van erkentelijkheid door hem 3 en 10 april 1793 een buitengewoon hoogleraarschap buiten bezwaar van de kas van stad en land aan te bieden, waarvoor hij de leeropdracht zelf mocht vaststellen. Hij koos de wiskunde. Toen J.J. van Drunen (1766-1804) 9 december 1802 emeritus was geworden, werd hem het onderwijs in de Oosterse talen opgedragen, waaraan een salaris van ƒ 250,- was verbonden. Zijn professoraat is in 1810 geëindigd. Het predikambt heeft hij vervuld tot 5 mei 1816.
Twee maal, in 1781 en in 1801, heeft Ten Oever de gouden medaille gewonnen voor zijn antwoord op een prijsvraag van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, een maal, in 1790, de zilveren medaille voor een prijsvraag van het Haagsch Genootschap tot Verdediging van den Christelijken Godsdienst.
| 328 |
Uit het huwelijk van Ten Oever met Martina Mickenschrijver is 30 augustus 1787 te Oud-Beyerland geboren: Johannes Henricus, 3 november 1788 te Den Bosch Gijsberta Martina. De geboorte van het tweede kind kosste de moeder het leven: zij is 9 november 1788, 39 jaar oud, te Den Bosch overleden en 15 november d.a.v. in de St. Janskerk begraven.
| 329 |
1949 |
Van AlphenHenricus Hieronymus ten OeverGekomen van Woerden 10 juni 1787, emeritus 5 mei 1816 Van Alphen's Nieuw Kerkelijk Handboek (1949) 265 |
|
1969 |
F.L.R. SassenHenricus Hieronymus ten OeverAmsterdam 6 juli 1746 - 's-Hertogenbosch 2 mei 1825 Levensberichten van de hoogleraren der Illustre School te 's-Hertogenbosch 1636-1810 (1969) 328 |
|
1986 |
RedactieOever, Henricus Hieronymus tenEncyclopedie van Noord-Brabant 3 (1986) 211 |
M. de Haas, Bossche scholen van 1629 tot 1795 (1926) 161, 266
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 224, 393
Kees van den Oord, Scolae de Buscho 1274-1999 (1999) II.106
F.L.R. Sassen, 'Levensberichten van de hoogleraren der Illustre School te 's-Hertogenbosch' in: Varia Historica Brabantica III (1969) 328-329